Gekleurde bril

Ik kan me de eerste activiteit op de eerste dag van mijn opleiding mediation bij het Centrum voor Conflicthantering in Haarlem goed herinneren. De opdracht was: stel je niet aan elkaar voor, maar ga tegenover elkaar staan en vul hardop het levensverhaal van de persoon tegenover je in (thuissituatie, beroep, hobby’s, etc.) op basis van wat je hoort en ziet. Deze persoon mag voor, tijdens en na je praatje niet reageren. Daarna draai je de situatie om. Als je klaar bent zoek je een nieuw persoon, totdat je iedereen gehad hebt. Aan het eind gingen we in een cirkel zitten en mocht iedereen kort vertellen wie hij/zij was… Grote hilariteit natuurlijk; bijna niemand had in eerste instantie goed “gegokt”.

Een geslaagde oefening; niet alleen was het een goede ijsbreker en leer je mensen echt beter kennen dan met een voorstelrondje, het was ook leuk en leerzaam om te horen hoe ik overkwam op mensen en wat de eerste indruk was die ik achter liet. Tegelijkertijd vond ik het confronterend om te merken hoe makkelijk we bepaalde situaties invullen op basis van geen of halve informatie, hoe makkelijk we mensen in hokjes plaatsen, zonder dat we ook maar 1 woord met die persoon gewisseld hebben…

Als toegepast cognitief psycholoog weet ik dat mensen met interpretatiekaders of schema’s werken; zintuiglijke waarnemingen, emoties en handelingen die op basis van vroegere situaties (in de kindertijd) in het geheugen zijn verankerd. Dit is de manier waarop mensen zichzelf, de ander en de wereld om hen heen waarnemen en duiden en een heel efficiënte manier om met de beperkte ruimte in de hersenen om te gaan. Als we elke nieuwe situatie in detail zouden moeten analyseren krijgen we “brain overload”, dus grijpt het brein terug op situaties die het kent en vult al zoveel mogelijk in. En hoewel ik de materie theoretisch beheers en (externe) situaties op die manier kan analyseren en er zoveel mogelijk naar probeer te handelen, was ik me nog niet eerder zo bewust van mijn eigen interpretatiekaders: een ring, dus je zal wel getrouwd zijn (niet dus, was een erfstuk), bootschoenen dus je zal wel zeilen (niet dus, bang voor water), vlek op de trui, dus je hebt vast kinderen (niet dus, ontbijt gemorst in de trein), praktisch gekleed in gedateerde kleding, dus je werkt vast in het onderwijs of de zorg (niet dus, manager bij een beursgenoteerd bedrijf), etc.

Hoe handig schema’s ook zijn in het dagelijks leven, ze kunnen tevens voor aardig wat ellende zorgen, omdat je je er meestal niet van bewust bent dat je vanuit een bepaald kader handelt of ergens naar kijkt. Denk bijvoorbeeld aan etnisch profileren, racisme en polarisatie. En uiteraard zijn de schema’s een grote boosdoener bij het ontstaan van conflicten; verschillen in onder andere normen, waarden, cultuur, persoonlijkheid, opvoeding, ervaringen, omgeving en perspectief kunnen resulteren in miscommunicatie en misverstanden (aannames). Een werkgever die zijn medewerker lui vindt, terwijl de medewerker worstelt met bijvoorbeeld werk en de zorg voor een ernstig ziek kind. Een wantrouwende partner die denkt dat de ander vreemdgaat vanwege geheimzinnig telefoongebruik, terwijl deze een surpriseparty aan het regelen is.

Of zoals laatst een casus voor Buurtbemiddeling (waar ik vrijwilliger ben): een verbaal zeer agressieve man in een appartementencomplex, die een buurvrouw heeft bedreigd en haar regelmatig uitscheldt. Als je zo’n verhaal hoort, schrik je van een dergelijke situatie en heb je waarschijnlijk gelijk een mening: “dat kan toch niet?!” “Politie bellen!” “Wat een aso”. Maar ook hier blijkt het verhaal een andere kant te hebben: de buurman blijkt namelijk ernstig geestelijk beperkt. Van bemiddeling kon geen sprake zijn, maar de vrouw in kwestie was opgelucht, omdat ze nu een nieuw interpretatiekader had en er beter mee om kon gaan.

Als mens en als mediator probeer ik me continu bewust te zijn van die meerdere kanten van het verhaal en die gekleurde bril zo veel mogelijk af te zetten, om de wereld weer even in al z’n complexiteit “fris” te bekijken. Doet u mee?